FAQ

Bij de berekening van uw huishoudinkomen wordt uitgegaan van het geregistreerde inkomen dat de Belastingdienst gebruikt. Bij de toewijzing van een sociale huurwoning kijkt een woningcorporatie naar het huishoudinkomen van u en uw eventuele partner. Uitgegaan wordt van het ‘verzamelinkomen’ zoals de Belastingdienst dat hanteert.

De Energie-index is een maat voor de energiezuinigheid van een huis, die sterk met het energielabel samenhangt (label A minder dan 1,20 ; label B  tussen 1,21 en 1,40; label G meer dan 2,70).
Deze kunt u vinden op EP-online of op “Mijn Omnia”.

Een energielabel laat zien hoe energiezuinig een woning is. Het energielabel wordt aangegeven door middel van de letters A (zeer zuinig) tot en met G (zeer onzuinig), dit wordt vervangen door de Energie-Index.

Naast de jaarlijkse huurverhoging kunnen verhuurders bij mutatie (nieuwe verhuring) de huurprijs wijzigen.
Hiermee is het voor verhuurders mogelijk een lagere of hogere huurprijs  in overeenstemming te brengen met de door de verhuurder gewenste streefhuur. Voor sociale huurwoningen kan de streefhuur niet boven de maximale huurprijs van het Woningwaarderingstelsel (WWS) liggen.

Het Woningwaarderingsstelsel (WWS) is een puntensysteem voor sociale huurwoningen en geeft de kwaliteit van de woning aan. Bij het puntenaantal hoort een maximale huurprijs. De woning krijgt punten voor onder meer de oppervlakte van de vertrekken, voorzieningen in de keuken en het sanitair, de energieprestatie en de WOZ-waarde. Er zijn aparte puntensystemen voor zelfstandige woningen, onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en woonwagenstandplaatsen. Daarnaast gelden er bijzondere regels voor zorgwoningen en voor monumentenwoningen.

Maximale toegestane huur
Voor elke woning geldt een eigen maximale toegestane huurprijs. Deze wordt berekend via een puntensysteem het woningwaarderingssysteem. Hoe meer punten uw huurwoning krijgt, hoe hoger de maximale toegestane huur is.
Voor geliberaliseerde huurwoningen gelden andere regels dan voor sociale huurwoningen. Er is dan geen maximale huurprijs.

Het aantal punten uit het Woningwaarderingsstelsel (WWS) van uw woning is terug te vinden in “Mijn Omnia”. Afhankelijk van uw woning en gemeente is er een streefhuur voor de woning vastgelegd bv 70%, dan is uw te betalen huur 70% van de maximale toegestane huur.
Bij huurverhogingen bestaat de mogelijkheid dat de verhoging beperkt/afgetopt wordt tot het streefhuurbedrag voor die woning, dit is een afspraak die de SHOW met Omnia Wonen afgesproken heeft.

Een zelfstandige woning is een woning met eigen toegang en eigen keuken en toilet. Heeft u geen eigen toegang of deelt u keuken of toilet met de bewoners van andere woningen/kamers? Dan is het een onzelfstandige woning.

Sociale huurwoningen zijn huurwoningen waarbij de basishuur bij het afsluiten van het huurcontract lager lag dan de liberalisatiegrens van dat moment. De liberalisatiegrens is ook de grens om in aanmerking te komen voor de huurtoeslag.

Een huurcontract is geliberaliseerd huurcontract als:
– De basishuur bij het afsluiten van het huurcontract hoger lag dan de liberalisatiegrens van dat moment.
– Bij onzelfstandige woningen (zoals kamers), woonwagens en woonwagenstandplaatsen is nooit sprake van huurliberalisatie.
De huurliberalisatie trad in werking op 1 juli 1989 voor nieuwbouwwoningen en op 1 juli 1994 voor bestaande huurwoningen. Als het huurcontract is ingegaan voor die data, dan is de woning een sociale woning, ongeacht de hoogte van de beginhuur.

Per 1 juli 2016 zijn de 19 Woningmarktregio’s voor corporaties vastgesteld. Een regio vormt het kerngebieden waar individuele corporaties in werkzaam mogen zijn, zowel in hun bestaande bezit als ook in de nieuwbouw. Buiten de regio mag de corporatie woningen alleen beheren (verhuren en onderhouden).
Omnia Wonen heeft de woningmarktregio “Amersfoort, Noord-Veluwe en Zeewolde”.

De basishuur (de huur die huurtoeslagontvangers zelf moeten betalen) bedraagt in 2022 gemiddeld € 235,- , deze zal voor 2023 nog aangepast worden.
De basishuur stijgt mee met het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de basishuur en hoe groter het deel van de huur dat iemand zelf moet betalen.

Het bedrag tussen de basishuur en de kwaliteitskortingsgrens wordt 100% vergoed door huurtoeslag.

65% van de huurprijs tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens wordt door de huurtoeslag vergoed.

Over het bedrag tussen de aftoppingsgrens en de huurtoeslaggrens is maximaal 40% huurtoeslag mogelijk. Veel meerpersoonshuishoudens moeten het bedrag tussen de voor hen geldende

Passend toewijzen en huurtoeslag

De overheid wil dat u een woning huurt die bij uw inkomen past. Hier heeft zij regels voor opgesteld. Deze regels vertellen u en de verhuurders tot welke huurprijs u maximaal mag huren. Dit wordt bepaald aan de hand van uw inkomen en huishoudgrootte. De term die hiervoor wordt gebruikt is ‘passend toewijzen’.

Hieronder ziet u het overzicht van het huurportaal NoordVeluwe.

Daarnaast komt er een uitzondering voor ouderen met vermogen. Als het vermogen van een oudere hoger is dan 118.479 euro (alleenstaanden, prijspeil 2021) of 148.819 euro (meerpersoonshuishoudens, prijspeil 2021), dan mag de corporatie ook een woning toewijzen met een huur bóven de aftoppingsgrens. In de praktijk blijkt namelijk dat er een specifieke groep ouderen is die, gezien hun woonwensen en mogelijke toekomstige zorgbehoefte, een iets duurdere sociale huurwoning kan en wil betalen dan waarvoor zij op basis van hun inkomen in aanmerking komen.

Let op: alléén als een oudere zelf een verzoek indient om een duurdere woning te huren, bijvoorbeeld omdat die woning zorgvoorzieningen heeft, mag de corporatie het vermogen toetsen en afwijken van de normale regels. Alléén bij zo’n verzoek mag het vermogen te toetsen. Dat hoeft niet bij alle andere toewijzingen.

Huurtoeslagregels 2022
Wanneer komt u in aanmerking voor huurtoeslag?
Dat is onder andere afhankelijk van uw belastbaar inkomen. De hoogte van uw huurtoeslag is namelijk afhankelijk van uw inkomen, uw vermogen en natuurlijk de hoogte van uw huur. Hoe minder u verdient hoe meer huurtoeslag u uiteindelijk wordt toegekend.

Om in aanmerking te komen voor huurtoeslag moet u minimaal aan de volgende voorwaarden voldoen;
U bent 18 jaar of ouder.
U huurt een zelfstandige woonruimte. (Als u bijvoorbeeld op kamers woont, dan is dat meestal geen zelfstandige woonruimte).
U staat bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres.
U heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning.
Uw (gezamenlijke) inkomen is niet te hoog. De huurprijs is niet te hoog en ook niet te laag. Én het (gezamenlijke) vermogen is niet te hoog.

Bent u alleenstaand of heeft u een toeslagpartner?
Bent u alleenstaand, en verdient u in 2022 méér dan € 32.500 of heeft u meer dan € 31.747 aan vermogen, dan komt u niet meer in aanmerking voor huurtoeslag. U mag samen ook niet meer dan € 63.494 aan vermogen hebben. Verdient u minder dan € 18.750 én voldoet u aan alle andere voorwaarden dan ontvangt u de maximale toeslag van € 378 per maand.

Met toeslagpartner
Heeft u een medebewoner die in aanmerking komt als “toeslagpartner”[1], dan mag u samen niet meer dan
€ 40.500 verdienen. U mag samen ook niet meer dan € 63.494 aan spaargeld (vermogen) in bezit hebben. Iedere andere medebewoner (niet uw toeslagpartner) mag ook niet meer dan € 30.846 aan vermogen bezitten. U ontvangt maximaal een gezamenlijke toeslag van € 380 per maand als u samen minder verdient dan € 25.000.

Thuiswonende kinderen met inkomen
Heeft u, uw toeslagpartner of uw medebewoner een (pleeg)kind dat jonger is dan 23 jaar? Dan telt een deel van het inkomen van dit kind niet mee bij het berekenen van uw huurtoeslag. Dit noemen wij een vrijstelling. Er wordt automatisch rekening met deze vrijstelling. De vrijstelling voor thuiswonende kinderen tot en met 22 jaar is € 4.885. Studiefinanciering en leningen tellen niet mee als inkomen.

Huurtoeslag als u studeert
Ook in 2022 kunt u als student in aanmerking komen voor huurtoeslag. U moet aan een paar extra regels voldoen wilt u in aanmerking komen voor huurtoeslag. U moet tenminste ouder dan 18 jaar zijn, én u moet een zogenaamde “zelfstandige woonruimte” huren. Wat onder “zelfstandige woonruimte wordt verstaan kunt u hieronder lezen. Bent u bovendien jonger dan 23 jaar dan mag uw huur niet meer dan € 442,26 euro bedragen. Tenslotte mag u niet meer dan € 30.846 aan spaargeld in bezit hebben (vermogen). Als u nog studeert en ouder dan 23 bent of u heeft een kind dan gelden er andere regels voor u. De subsidiabele huur mag in dat geval maximaal € 763,46 bedragen.

Welke ruimte komt in aanmerking als zelfstandige woonruimte?
Een woning komt in aanmerking voor huurtoeslag als het een zelfstandige woonruimte is. Uw woning moet tenminste beschikken over:
een eigen woon en/of slaapkamer
een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel
een eigen toilet met waterspoeling

Welke servicekosten tellen mee?
Het gaat om 1 of meer van de volgende servicekosten:
Schoonmaakkosten voor gemeenschappelijke ruimten
Energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten (niet van uw energiemaatschappij)
Huismeesterkosten
Kosten voor dienst- en recreatieruimten
Voldoet uw woning niet aan de genoemde criteria? In uitzonderingsgevallen is het mogelijk om alsnog in aanmerking te komen voor huurtoeslag.

[1] Bent u getrouwd of hebt u een geregistreerd partnerschap? Dan is uw partner uw toeslagpartner. Maar ook iemand anders die op uw adres ingeschreven staat, kan uw toeslagpartner zijn. Zie hiervoor de voorbeelden bij de belastingdienst.

Misschien staat uw vraag bij “veel gestelde vragen” op de website van Omnia Wonen!